blauwgroen juffertje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blauw·groen juf·fer·tje
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van blauwgroen en juffertje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | blauwgroen juffertje | blauwgroene juffertjes |
Zelfstandig naamwoord
het blauwgroen juffertje o dim. tant.
- (straalvinnigen) Chromis viridis een straalvinnige vissensoort uit de familie van rifbaarzen en koraaljuffertjes (Pomacentridae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1830 door Cuvier. De vis wordt ongeveer 90 mm, eet voornamelijk zoöplankton en leeft in scholen in koraalrif. In de natuur komt het juffertje voor in de Indische Oceaan en Grote Oceaan
Hyperoniemen
- rifbaarzen en koraaljuffertjes, lipvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwgroen juffertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.