binnenvet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·vet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenvet
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

binnenvet o [1]

  1. vet dat binnen in de buik zit
    • In plaats van hun patiënten de weegschaal op te jagen, zouden dokters beter de lintmeter bovenhalen en de buikomvang van hun cliënteel opmeten. "Wie de broekriem amper dicht krijgt, loopt meer gevaar dan iemand die elders op het lichaam met overgewicht sukkelt. Binnenvet is dodelijk", beweren onderzoekers. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Nieuwsblad 27 februari 2003 door door Luk Vandenbroucke Buikje schaadt de gezondheid
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be