Naar inhoud springen

binnenstappen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 12:39 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
  • bin·nen·stap·pen

binnenstappen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenstappen
stapte binnen
binnengestapt
zwak -t volledig
  1. ingaan, naar binnen lopen, betreden, ingaan
    • Hij stapte de kerk binnen om te bidden. 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be