bevooroordeeld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voor·oor·deeld
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bevooroordeeld
verbogen bevooroordeelde
partitief bevooroordeelds

Bijvoeglijk naamwoord

bevooroordeeld

  1. een vaste mening over iets of iemand koesterend zonder naar de feiten te willen kijken
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: bevooroordelen…
verbogen vorm: bevooroordeelde

bevooroordeeld

  1. voltooid deelwoord van bevooroordelen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be