beursgebouw
Uiterlijk
- Geluid: beursgebouw (hulp, bestand)
- beurs·ge·bouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beursgebouw | beursgebouwen |
verkleinwoord | beursgebouwtje | beursgebouwtjes |
het beursgebouw o
- (financieel) gebouw waarin een aandelenbeurs is gevestigd
- ▸ Met drie hamerslagen heeft premier Rutte vanavond in New York de effectenbeurs, de New York Stock Exchange gesloten. Aansluitend woonde hij in het beursgebouw op Wall Street een seminar bij.[2]
- (financieel), (handel) tentoonstellingsgebouw waarin producenten in een bepaalde brache, nieuwe producten kunnen tonen
- ▸ Het Amsterdamse beursgebouw RAI heeft haar 100 miljoenste bezoeker ontvangen. De man kwam voor de vakbeurs Intertraffic die momenteel gehouden wordt. Hij kreeg een bos bloemen, een vip-behandeling en een waardebon voor een toeristisch weekend in Amsterdam.[3]
- Het woord beursgebouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Rutte sluit beurs op Wall Street” (Dinsdag 29 september 2015, 23:03), NOS
- ↑ Weblink bron “Amsterdam RAI verwelkomt 100 miljoenste bezoeker” (Donderdag 7 april 2016, 20:51), NOS