betaalt vooruit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: betaalt vooruit (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈtalt vorˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·taalt voor·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vooruitbetalen |
betaalt (…) vooruit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitbetalen
- Jij betaalt vooruit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitbetalen
- Hij betaalt vooruit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitbetalen
- Betaalt vooruit!
Gangbaarheid
- Het woord betaalt vooruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.