bestanddeel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bestanddeel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·stand·deel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bestand en deel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestanddeel | bestanddelen |
verkleinwoord | bestanddeeltje | bestanddeeltjes |
Zelfstandig naamwoord
bestanddeel o
- één van de componenten waaruit iets is samengesteld, opgebouwd of bereid
- Wij verkopen ingrediënten die zijn samengesteld uit vele bestanddelen.
- Groete en fruit zijn belangrijke bestanddelen van een gezonde voeding.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een deel dat iets samenstelt
Gangbaarheid
- Het woord bestanddeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bestanddeel" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be