beschimmeld

Uit WikiWoordenboek
Deze tomaat is beschimmeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schim·meld
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van beschimmelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: beschimmelen…
verbogen vorm: beschimmelde

beschimmeld

  1. voltooid deelwoord van beschimmelen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beschimmeld beschimmelder beschimmeldst
verbogen beschimmelde beschimmeldere beschimmeldste
partitief beschimmelds beschimmelders -

Bijvoeglijk naamwoord

beschimmeld

  1. onderhevig aan schimmelgroei
    • Het brood is beschimmeld. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be