muf
Uiterlijk
- muf
In de betekenis van ‘onfris’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | muf | muffer | mufst |
verbogen | muffe | muffere | mufste |
partitief | mufs | muffers | - |
muf
- onaangenaam en bedorven ruikend
- Je moet die muffe kelder eens goed luchten.
- (figuurlijk) (informeel) saai, waar niets te beleven valt
vervoeging van |
---|
muffen |
muf
- Het woord muf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muf" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "muf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ muf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ muf op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %