beschikkingsrecht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schik·kings·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beschikkingsrecht beschikkingsrechten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het beschikkingsrechto

  1. (juridisch) het recht om vrijelijk ergens over te kunnen beschikken
     Het slachtoffer raakte onder dwang het exclusieve beschikkingsrecht kwijt over deze opgebouwde bezittingen. De Raad concludeerde daaruit dat er sprake is van diefstal.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Hoge Raad: virtueel stelen is strafbaar” (Dinsdag 31 januari 2012, 15:18), NOS