benevelaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: benevelaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·ne·ve·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van benevelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benevelaar | benevelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de benevelaar m
Gangbaarheid
- Het woord 'benevelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.