belt af
Uiterlijk
- belt af
vervoeging van |
---|
afbellen |
belt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbellen
- Jij belt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbellen
- Hij belt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbellen
- Belt af!
- Het woord belt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.