bellen terug

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bellen terug    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɛlə(n) t(ə)ˈrʏx / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• bel·len te·rug

Woordherkomst en -opbouw

• uit bellen (werkwoord) en terug (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
terugbellen

bellen (…) terug

1. meervoud tegenwoordige tijd van terugbellen

Gangbaarheid

• Het woord bellen terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.