belet
Uiterlijk
- be·let
- vervoeging van beletten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belet | - |
verkleinwoord |
het belet o
- hinder.
- Zonder belet is deze opdracht in een week klaar.
- Belet vragen
Vragen of een bezoek wel gelegen komt.
1. hinder
vervoeging van |
---|
beletten |
belet
vervoeging van: | beletten… |
verbogen vorm: | belette |
belet
- voltooid deelwoord van beletten
- Het woord belet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "belet" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ belet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord gelijk aan stam (zonder ge- -t)
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %