bekkenist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bek·ke·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekkenist | bekkenisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bekkenist m
- (muziek) (beroep) slagwerker die de bekkens bespeelt
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van bekkeniste
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bekkenist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bekkenist" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 48 %
- Prevalentie Vlaanderen 22 %