begoniafamilie
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- be·go·nia·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van begonia zn en familie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begoniafamilie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de begoniafamilie v
- (bloemplanten) een familie Begoniaceae van tweezaadlobbige planten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'begoniafamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.