beesten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bees·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beesten |
beestte |
gebeest |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
beesten
- onovergankelijk (informeel) zich misdragen, de beest uithangen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
beesten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord beest
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beesten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "beesten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Suzanne Vermeer
“All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer) “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %