bavaroise
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·va·roi·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ijsgerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bavaroise | bavaroises |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'bavaroise' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "bavaroise" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bavaroise op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Frans
Bijvoeglijk naamwoord
bavaroise
- vrouwelijk enkelvoud van bavarois