basketbalster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bas·ket·bal·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basketbalster | basketbalsters |
verkleinwoord | basketbalstertje | basketbalstertjes |
Zelfstandig naamwoord
basketbalster v
- (sport) vrouwelijke vorm van basketballer
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord basketbalster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.