Naar inhoud springen

baseball

Uit WikiWoordenboek
Een terrein in Amsterdam waar het baseball wordt beoefend.
De baseball ligt in het gras.
  • base·ball
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘honkbal’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • van Engels baseball [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord baseball -
verkleinwoord - -

het baseballo

  1. (sport) veldsport met twee ploegen, die om de beurt de gelegenheid hebben om punten te maken door een toegeworpen bal met een knuppel weg te slaan en dan langs de vier zijden van een vierkant naar het beginpunt terug te rennen, terwijl de andere ploeg deze bal probeert te vangen en met die bal spelers van de andere partij die niet op een hoekpunt van het vierkant staan uit te schakelen
  • honkbal
enkelvoud meervoud
naamwoord baseball baseballs
verkleinwoord - -

de baseballm

  1. (sport) bal waarmee honkbal wordt gespeeld
vervoeging van
baseballen

baseball

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseballen
    • Ik baseball. 
  2. gebiedende wijs van baseballen
    • Baseball! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseballen
    • Baseball je? 
93 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
baseball baseballs

baseball

  1. honkbal