Naar inhoud springen

baanbrekend

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 00:48 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • baan·bre·kend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen baanbrekend baanbrekender baanbrekendst
verbogen baanbrekende baanbrekendere baanbrekendste
partitief baanbrekends baanbrekenders -

Bijvoeglijk naamwoord

baanbrekend

  1. nieuwe wegen openend, innoverend
    • De wetenschappers deden baanbrekend werk met het DNA van muizen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]


Afrikaans

stellend attributief
baanbrekend baanbrekende

Bijvoeglijk naamwoord

baanbrekend

  1. baanbrekend
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be