Naar inhoud springen

autosleutel

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 11:22 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autosleutel autosleutels
verkleinwoord autosleuteltje autosleuteltjes

Zelfstandig naamwoord

autosleutel m

  1. sleutel die toegang geeft tot een motorvoertuig
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be