automatisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ma·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord automatisme automatismen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het automatismeo

  1. onwillekeurig plaatshebbende handeling
     Wat voorheen als een automatisme gold, was nu een hele onderneming op zich.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen