attaca
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- at·ta·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attaca | attaca's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) zonder pauze doorgaan met een nieuw deel van een muziekstuk
- ▸ Voor mij valt de symfonie in twee delen uiteen. Ik speel het tweede deel attaca: meteen dóór na het eerste deel omdat het tweede deel een volstrekte noodzakelijkheid is na het eerste deel.[1]
- (muziek) iemand die aangeeft wanneer men moet beginnen
Gangbaarheid
- Het woord attaca staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "attaca" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Kasper Jansen“Elk stuk heeft een natuurlijk tempo; Dirigent Claus Peter Flor over het dirigeren van Beethovens Vijfde” (17 maart 1995) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 18 %
- Prevalentie Vlaanderen 17 %