atlasceder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Takken van atlasceder
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • at·las·ce·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord atlasceder atlasceders
verkleinwoord atlascedertje atlascedertjes

Zelfstandig naamwoord

de atlascederm

  1. (coniferen) Cedrus atlantica op Wikispecies een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae op Wikispecies). Vroeger werd deze soort wel eens beschouwd als een westelijke ondersoort van de libanonceder. De soort komt van nature voor in het Atlasgebergte op Wikipedia (nl) en wordt sinds de 19e eeuw vaak aangeplant als sierboom in West-Europese parken en tuinen. In Zuid-Europa wordt de atlasceder soms bovendien aangeplant voor het hout. Een volwassen boom kan tot 40 meter hoog worden. De enorme hoogte die hij kan bereiken heeft tot gevolg dat hij in parken meestal gekapt moet worden voordat hij volgroeid is. De soort staat op de rode lijst van de IUCN op Wikipedia (nl) geklasseerd als 'bedreigd'
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie