naaktzadigen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naaktzadigen (hulp, bestand)
- IPA: / naktˈsadəɣə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- naakt·za·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
- naaktzadige zn met de uitgang -en
- [2] leenvertaling van Neolatijn gymnospermae zn , gevormd uit Oudgrieks γυμνός (gumnós) "naakt" en σπέρμα (spérma) "zaad"
Zelfstandig naamwoord
de naaktzadigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord naaktzadige
- meervoudsvorm als officiële benaming (planten) (infra-)klasse Gymnospermae
- ▸ Daarmee is de nieuwste Heukels’ – van de hand van Leni Duistermaat, onderzoeker bij Naturalis – de meest volledige versie van de afgelopen decennia. (…) Aan de zijkant is in bruine, paarse en groene tabs de onderverdeling in onder andere naaktzadigen, bedektzadigen en tweezaadlobbigen te zien.[1]
- ▸ Ook gebruikten de vlinders hun snuit vermoedelijk om suikerrijke vloeistoffen te halen bij de naaktzadigen, een destijds wijdverspreide plantengroep waartoe coniferen en ginkgo’s behoren. Naaktzadigen hebben geen nectar, maar wel pollinatiedruppels: zoete, plakkerige druppels vocht.[2]
Synoniemen
- [2] gymospermen
Hyperoniemen
- [2] zaadplanten, landplanten, planten
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] coniferen, ginkgo, palmvarens
- [2] melindjoe
Gangbaarheid
- Het woord 'naaktzadigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] naaktzadigen op Wikidata
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gemma Venhuizen“Heukels’ Flora is niet zomaar een boekje” (13 februari 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gemma Venhuizen“Eerst was er de vlinder, toen de bloem” (12 januari 2018) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Planten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal