argumenteren
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·gu·men·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse argumenter (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
argumenteren |
argumenteerde |
geargumenteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
argumenteren
- inergatief met argumenten tot een conclusie trachten te komen
Vertalingen
1. met argumenten tot een conclusie trachten te komen
Gangbaarheid
- Het woord argumenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'argumenteren' herkend door
98 % | van de Nederlanders |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %