beargumenteren
Uiterlijk
- be·ar·gu·men·te·ren
- Afgeleid van argumenteren met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beargumenteren |
beargumenteerde |
beargumenteerd |
zwak -d | volledig |
beargumenteren
- overgankelijk met argumenten onderbouwen
- Dat is in dat stuk eigenlijk nooit goed beargumenteerd.
- De intuïtieve gedachte is dat een groeiende bevolking de voedselzekerheid en de welvaart verlaagt, maar het tegenovergestelde kan evenzogoed worden beargumenteerd. [1]
- ▸ Ze beargumenteren op basis van hun onderzoeken onder meer dat je voor economische groei in een land vaak politieke stabiliteit nodig hebt.[2]
- Het woord beargumenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
- ↑ Weblink bron “Nobelprijs Economie voor onderzoek naar verschillen in welvaart tussen landen” (14-10-2024), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal