applicatiebeheerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ap·pli·ca·tie·be·heer·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van applicatie zn en beheerder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | applicatiebeheerder | applicatiebeheerders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de applicatiebeheerder m
- (informatica) (beroep) beheerder van computertoepassingssoftware
Gangbaarheid
- Het woord applicatiebeheerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.