appelcake

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

appelcake
Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·pel·cake
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appelcake appelcakes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de appelcakem

  1. appeltaart met cakedeeg
    • Mijn zus brengt me steeds appelen mee uit haar tuin. Ik verwerkte ze reeds in appelmoes, tarte tatin, appeltaartjes en appelcake, maar vind ook een recept van appelsoep met uien, gember en curry terug. Klinkt bizar, maar is overheerlijk[1] 
    • Of je tikt ‘appeltaartspray’ in. En ja hoor. Het bestaat echt. Wie zijn hippe vrijgezellenflat aan de man wil brengen kan ook kiezen voor een mannelijke geur als leer & amber, en de duffe luierlucht in een crèche gaat men te lijf met een bus citroensmoothie of kauwgum. Of de geur uit zo’n spray in de buurt komt van het onweerstaanbare aroma van warme appel met kaneel? Geen idee. En ik ben niet van plan het uit te zoeken. Ik bak liever een appelcake.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 11/12/2013 door Carla Dejonghe 'Plastic kaartje geeft een gevoel van zekerheid'
  2. NRC Roos Ouwehand 22 januari 2014 Broodje appeltaart
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be