ansatt

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·satt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord ansette met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 3027

Werkwoord

ansatt

  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ansatt           ansatte        
genitief                        

Zelfstandig naamwoord

ansatt, m

  1. bediende, medewerker
    «To ansatte var i ferd med å telle opp kassabeholdningen da raneren slo til.»
    Twee medewerkers waren bezig met het tellen van de kasmiddelen toen de overvaller toesloeg.
Afgeleide begrippen