ansøger
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- an·sø·ger
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 23786 |
---|
Werkwoord
ansøger
- tegenwoordige tijd van ansøge
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ansøger | ansøgeren | ansøgere | ansøgerne |
genitief | ansøgers | ansøgerens | ansøgeres | ansøgernes |
Zelfstandig naamwoord
ansøger
- aanvrager, verzoeker (mannelijke vormen)
- aanvraagster, verzoekster (vrouwelijke vormen)
- (politiek) petitionaris
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- ansøger in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk