Naar inhoud springen

anomalie

Uit WikiWoordenboek
  • ano·ma·lie
enkelvoud meervoud
naamwoord anomalie anomalieën
verkleinwoord anomalietje anomalietjes

deanomaliev

  1. afwijking, onregelmatigheid, strijdigheid met wet of regel
     Was dat niet typisch Venetië? Was het leven niet bij uitstek zo'n anomalie? Zou zijn leven niet totaal anders zijn verlopen zonder de mensen die hen waren voorgegaan, zonder de eigenzinnige plooien en kreukels die waren achtergelaten door een tijdperk dat zich had ontplooid als een kledingstuk, geperst door tijd en omstandigheden? De gedachte benauwde hem, totdat het antwoord zich stilletjes aandiende: hij kon zich geen beter leven wensen.[3]
     Waar het Muurschouwersproject een niet eerder gekende anomalie in de geschiedenis van de mensheid vormde, kenden zowel de Donkere Woud-afschrikking als de Zwaardhouder hun voorgangers.[4]
  2. (sterrenkunde) hoek tussen de voerstraal van een planeet met de grote as van haar ellipsbaan
  3. (medisch) afwijking van organen
72 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[5]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  anomalie     l' anomalie     anomalies     les anomalies  

anomalie v

  1. anomalie