analist

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  analist    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ana·list

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van analyse met het achtervoegsel -ist

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	analist	analisten
verkleinwoord	analistje	analistjes

Zelfstandig naamwoord

analist m

1. iemand die iets analyseert

   • Hij was altijd al een goede analist van wat er in de politiek gaande was. 

2. (scheikunde), (medisch), (beroep) iemand die samenstellingen van stoffen nauwkeurig bepaalt

   • Ik heb deze stalen gisteren naar de analist gebracht en kreeg vanmorgen al de uitslag. 

Hyponiemen

• aandelenanalist, arbeidsanalist, beleggingsanalist, beursanalist, functieanalist, informatie-analist, marktanalist, probleemanalist, psychoanalist, systeemanalist, taakanalist, valuta-analist

Afgeleide begrippen

• analistencursus, analistenschool

Vertalingen

    1.   

Duits: Analytiker (de) Engels: analyst (en)

Frans: analyste (fr) Spaans: analista (es) m / v

Gangbaarheid

• Het woord analist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "analist" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.