algeheel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·ge·heel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van al en geheel zn
stellend | |
---|---|
onverbogen | algeheel |
verbogen | algehele |
partitief | algeheels |
Bijvoeglijk naamwoord
algeheel
- helemaal, geheel, totaal, volledig
- De algehele rotzooi werd voor straf opgeruimd door de kinderen.
- De algehele leiding berust bij de generaal.
- het geheel zonder in details te treden
- ▸ Exact zoals de dokter haar had verzocht te doen. De eerste dag van Jeroens ziekenhuisopname had men zich beziggehouden met elementaire zaken zoals bloedafname, bloeddruk en het in kaart brengen van zijn algehele toestand.[1]
Gangbaarheid
- Het woord algeheel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "algeheel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Suzanne Vermeer
“All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be