afscheren

Het haar afscheren.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afscheren    (hulp, bestand)
• IPA:
  • (Noord-Nederland): /ˈɑf.sχɪːrə(n)/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɑf.sxeːrə(n)/

Woordafbreking

• af·sche·ren

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  af bw  en  scheren ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
afscheren /ˈɑf.sχɪːrə(n)/	schoor af /sχo̝ːr ˈɑf/	afgeschoren /ˈɑf.χə.sχo̝ːrə(n)/
klasse 2	volledig

Werkwoord

afscheren

1. overgankelijk met een scheermes geheel verwijderen

   • Hij schoor zijn baard af. 

Vertalingen

    1. met een scheermes geheel verwijderen   

Engels: shave off (en)

Limburgs: aafsjaere (li)

Gangbaarheid

• Het woord afscheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afscheren" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.