adressenlijst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adres·sen·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adressenlijst adressenlijsten
verkleinwoord adressenlijstje adressenlijstjes

Zelfstandig naamwoord

de adressenlijstv / m

  1. lijst met NAW (Naam Adres Woonplaats) gegevens
    • Bij de verkiezingen van eind 2015 kregen stemgerechtigden in Nederland een soortgelijke brief in de bus. Dat leidde tot veel commotie en een onderzoek van het College Bescherming Persoonsgegevens naar de wijze waarop de partij aan de persoonsgegevens kwam. Daaruit bleek dat de AK-partij de adressenlijst van kiesgerechtigden mocht kopen.[1] 
    • Op de internetsite van de gemeente Capelle aan den IJssel heeft anderhalf jaar lang een vertrouwelijke adressenlijst gestaan die voor iedereen te zien was. Op de lijst stonden 872 adressen en namen van inwoners die mogelijk illegaal grond van de gemeente gebruiken.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen