achterhaven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·ha·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterhaven achterhavens
verkleinwoord achterhaventje achterhaventjes

Zelfstandig naamwoord

de achterhavenv / m

  1. een haven die dieper in het land ligt
     De laatste lezing (15.15 uur) gaat over bereikbaarheid van Twente. Peter Snijders (Euregio) praat over de verbinding met Duitsland, Irma Lissberg (Havenbedrijf) over het Twentekanaal als grootste achterhaven van Rotterdam en VVD-Statenlid Regien Courtz over de trein- en autoverbinding met de Randstad.[2]
  2. de achterste haven van een groter havencomplex
     De tunnel zal gebouwd worden volgens de zogenoemde ‘afgezonken tunnel’-methode. Hierbij worden acht tunnelelementen van elk ongeveer 60.000 ton gebouwd in de achterhaven van Zeebrugge - waar een tijdelijk bouwdok wordt aangelegd - en vervolgens via de Noordzee en de Westerschelde drijvend naar Antwerpen gesleept.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 mei 2022 Weblink bron “VVD haalt negen Kamerleden naar Enschede voor werkbezoek” (01-09-2017), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 mei 2022 Weblink bron
    jvt
    “Deze bouwgroepen zullen Scheldetunnel maken: ‘Een van meest ingenieuze bouwmethodes’” (03/06/2020), De Standaard