abondant
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- abon·dant
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse 'abondant' (overvloedig)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | abondant | abondanter | abondantst |
verbogen | abondante | abondantere | abondantste |
partitief | abondants | abondanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
abondant
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord abondant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Frans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | abondant | abondants |
vrouwelijk | abondante | abondantes |
Bijvoeglijk naamwoord
abondant
Werkwoord
abondant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van abonder
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 8
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Werkwoordsvorm in het Frans