aardappelpoter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·ap·pel·po·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aardappel en poter [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardappelpoter | aardappelpoters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aardappelpoter m
- (landbouw) (gereedschap) werktuig voor het poten van aardappels
Gangbaarheid
- Het woord 'aardappelpoter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.