aanvallend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvallend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɑlənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·val·lend
Werkwoord
vervoeging van: | aanvallen |
verbogen vorm: | aanvallende |
aanvallend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanvallend | aanvallender | aanvallendst |
verbogen | aanvallende | aanvallendere | aanvallendste |
partitief | aanvallends | aanvallenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanvallend [1]
- gericht op de aanval
- Zeker is wel dat Heerenveen straks nóg een spits haalt die de concurrentie met Odgaard moet aangaan, net als een aanvallende middenvelder die Vlap moet opvolgen. [2]
- Ook probeerde hij haar deze zomer uit de tent te lokken door te opperen dat Duitsland aan de vooravond van een nieuwe vluchtelingencrisis stond. Deze aanvallende tactiek werkte echter averechts, toen verschillende Duitse media focusten op een fout cijfer uit Schulz' speech en Merkel zich niet uit haar tent liet lokken. [3]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanvallend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvallend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 09-07-19 Stand van zaken in de eredivisie: Feyenoord en PSV
- ↑ HP de Tijd 11/09 | 2017 Hoe Merkelmarketing een kanselier tot cult maakt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %