aansprekend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansprekend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansprekənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spre·kend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en sprekend ww
Werkwoord
vervoeging van: | aanspreken |
verbogen vorm: | aansprekende |
aansprekend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aansprekend | aansprekender | aansprekendst |
verbogen | aansprekende | aansprekendere | aansprekendste |
partitief | aansprekends | aansprekenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aansprekend
- opvallende goed
- ▸ Vier maanden verbleef Sifan Hassan in haar geboorteland Ethiopië om zich voor te bereiden op haar eerste marathon. De tweevoudig olympisch kampioene werkte met haar coach Tim Rowberry op 2.700 meter hoogte om zondag in de prestigieuze Londen Marathon bij haar debuut een aansprekend resultaat neer te zetten. Haar hoofd zit echter vol twijfels. "Ik ben een beetje bang voor het onbekende", geeft de 30-jarige atlete toe.[1]
- ▸ Jonker heeft dan ook voor het komende WK - van 20 juli tot 20 augustus in Nieuw-Zeeland en Australië - niet alleen als doel gesteld om te winnen. "We willen ook aansprekend voetbal spelen, want daarmee maken we het voetbal populair. En doelstelling drie is inspireren. Dat mensen het willen zien, willen spelen. Dat mensen ervan gaan en blijven houden."[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aansprekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Marathondebuut Hassan in Londen vol onzekerheden en twijfels: 'Ben beetje bang'” (18 april 2023, 06:37), NOS
- ↑ Weblink bron “Populariteit Oranjevrouwen in dipje zes jaar na EK-titel: 'Altijd in golfbewegingen'” (19 mei 2023, 06:38), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal