aaneengesloten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aaneengesloten (hulp, bestand)
- IPA: / anˈenɣəˌslotə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·een·ge·slo·ten
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van aaneensluiten: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aaneen bw en gesloten ww
Werkwoord
vervoeging van: | aaneensluiten… |
verbogen vorm: | aaneengeslotene |
aaneengesloten
- voltooid deelwoord van aaneensluiten
Vertalingen
Bijvoeglijk naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | aaneengesloten |
verbogen | |
partitief | aaneengeslotens |
- zonder tussenruimte
- Wij hadden drie aaneengesloten weken vakantie.
- ▸ De camper en de bestuurderscabine vormen een aaneengesloten geheel en dat moet dus letterlijk van voor tot achter (op een onderstel) nieuw worden geconstrueerd.[1]
Bijwoord
- zonder stoppen; zonder pauze
- ▸ Ze kon zich niet herinneren ooit zo lang aaneengesloten te hebben gesproken.[2]
Gangbaarheid
- Het woord aaneengesloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Op zoek naar de ideale camper? Uit deze soorten kun je kiezen” (11-05-2021), Tubantia
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal