Zutphenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Zutphenaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzʏtfəˌnar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Zut·phe·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zutphenaar | Zutphenaren |
verkleinwoord | Zutphenaartje | Zutphenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
Zutphenaar
- (demoniem) iemand die in de Nederlandse stad of gemeente Zutphen woont of uit Zutphen afkomstig is
Hyponiemen
Demoniemen bij Zutphen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Zutphenaar • inwoonster: Zutphense • bijvoeglijk: Zutphens |
Gangbaarheid
- Het woord 'Zutphenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aar in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Demoniem in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal