WikiWoordenboek:Naamval

Uit WikiWoordenboek

Een naamval is een vorm van een naamwoord die aangeeft wat de grammaticale rol van dat naamwoord is binnen het zinsverband. Gewoonlijk uit deze vorm zich in een specifieke uitgang.

Indo-Europese talen[bewerken]

Het Proto-Indo-Europees heeft waarschijnlijk geleidelijk aan een achttal naamvallen ontwikkeld. Het is niet zeker dat alle leden van de familie inderdaad ooit in hun geschiedenis acht verschillende naamvallen gehad hebben. De enige taal waarvan we schriftelijk getuigenis hebben waarin althans sommige naamwoorden inderdaad acht verschillende vormen hebben, is het Sanskriet. Er zijn wel een aantal Baltische en Slavische talen met zeven naamvallen, maar of bijvoorbeeld het Germaans er ooit zoveel had is allerminst zeker.

Vele jongere loten van de taalfamilie hebben een aantal of zelfs alle naamvallen verloren. De onderstaande beschrijving tracht de meest fundamentele eigenschappen van de oorspronkelijke naamvallen in kaart te brengen. Hoe de naamval in de verschillende talen precies gebruikt wordt kan vrij sterk verschillen, te meer omdat naamvallen vaak in combinatie met voorzetsels gebruikt worden.

nominatief[bewerken]

Deze naamval duidt gewoonlijk het onderwerp van de zin aan. In veel, maar niet alle IE-talen staat ook het naamwoordelijk deel van het gezegde in deze naamval.

genitief[bewerken]

Oorspronkelijk gaf deze naamval vooral het oorzakelijk voorwerp aan: datgene waarover de handeling van het werkwoord zich uitstrekte. Een latere ontwikkeling verving de relatie met het werkwoord door een relatie met een ander naamwoord om er een bezitsrelatie mee uit te drukken.

datief[bewerken]

Deze naamval gaf vooral het meewerkend voorwerp aan, maar heeft in sommige talen ook de waarde van een richting ontwikkeld.

accusatief[bewerken]

Het lijdend voorwerp staat in de meeste talen in de accusatief. Zelfs in talen die hun buigingsstelsel vrijwel geheel verloren hebben zoals Engels of Afrikaans is dat ten minste bij voornaamwoorden nog steeds het geval:

  • He sees me.
  • Hy sien my.

instrumentalis[bewerken]

Deze naamval geeft het werktuig aan waarmee de handeling geschiedt. In sommige talen zoals het Russisch staat ook en naamwoordelijk deel van het gezegde erin en vaak wordt ook de agens van een lijdende zin in deze naamval weergegeven.

vocatief[bewerken]

Deze naamval geeft aan dat het naamwoord buiten het zinsverband staat, gewoonlijk omdat het aangesproken wordt. Vaak wordt het vooral gegaan door een vocatiefpartikel als O!

locatief[bewerken]

Deze naamval geeft de plaats aan waar de handeling geschiedt.

ablatief[bewerken]

Deze naamval geeft de plaats aan waarvandaan de handeling geschiedt. Ook een zinsnede die binnen een andere zin geplaatst is maar er grammaticaal buiten staat kan in deze naamval staan. Deze absolute ablatief wordt bijvoorbeeld in het Latijn aangetroffen. In andere talen wordt deze functie soms overgenomen door de genitief, zoals in het Grieks.

Nederlands[bewerken]

Het Oud- en Middelnederlands hadden een stelsel met vier naamvallen: nom., gen., dat. en acc. Er waren verschillende verbuigingen, bijvoorbeeld een sterke en een zwakke en drie geslachten m, v, en o. Tegen 1600 raakte dit hele stelsel echter sterk in verval, en als stelsel zijn de naamvallen vandaag geen productief deel meer van het Nederlands. Wel zijn er nog vrij grote aantallen restanten van het oude stelsel in de taal aan te treffen, die echter eerder als idioom dan als grammatica op te vatten zijn. Het is dus eerder een bouwval dan een functionerend gebouw. Voor zover als er nog stelselmatig van uitgangen sprake is, zoals bijvoorbeeld de uitgangen -e en -s van het bijvoeglijk naamwoord is de systematiek vaak zo ver weggeëvolueerd van het oude stelsel dat het weinig zinvol is om nog over naamvallen te spreken. De grammatici van de Republiek en hun opvolgers hebben zich sterk tegen het teloorgaan van de naamvallen verzet en tot de spellingshervorming van 1947 werd het naamvalsstelsel kunstmatig als deel van de schrijftaal in leven gehouden. WikiWoordenboek distantieert zich van dat soort kunstmatigheid en beschrijft in de allereerste plaats de huidige moderne taal die geen naamvalstelsel kent. Bij die huidige horen uiteraard wel ook de idiomatische overblijfsels die nog steeds in de taal een rol blijven spelen. We hebben daartoe bijvoorbeeld de categorieën:

Omdat alle Nieuwnederlands vanaf 1600 onder de vlag nld valt, kunnen uiteraard wel verouderde vormen aangetroffen en beschreven worden, ook als die het kunstmatige gebruik in de schrijftaal van voor 1947 weerspiegelen.