Venloër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ven·lo·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Venloër | Venloërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Venloër m
- (demoniem) een inwoner van Venlo, of iemand afkomstig uit Venlo
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Venlo in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Venloër, Venlonaar • inwoonster: Venlose • bijvoeglijk: Venloos |
Gangbaarheid
- Het woord 'Venloër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.