Temmincks strandleeuwerik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Temmincks strandleeuwerik    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Tem·mincks strand·leeu·we·rik

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Temminck (Coenraad Jacob Temminck, natuuronderzoeker, ornitholoog, zoöloog, (1778-1858)) en  strandleeuwerik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Temmincks strandleeuwerik	Temmincks strandleeuweriken
verkleinwoord	Temmincks strandleeuwerikje	Temmincks strandleeuwerikjes

Zelfstandig naamwoord

de Temmincks strandleeuwerik m

1. (zangvogels) Eremophila bilopha  een vogel uit de familie van leeuweriken (Alaudidae). De soort komt voor in noordelijk Afrika en ook op het Arabisch Schiereiland . De soort is nauw verwant aan de strandleeuwerik, die volgens studies uit 2014-2019 zelf uit 3-6 soorten bestaat

Hyperoniemen

• leeuweriken, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'Temmincks strandleeuwerik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.