St.

Niet te verwarren met: St, ST, st., st, s.t.

Nederlands

Uitspraak

zelfstandig naamwoord

• Geluid:  St.    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstɪxtɪŋ / (2 lettergrepen)

bijvoeglijk naamwoord

• Geluid:  St.    (hulp, bestand)
• IPA: / sɪnt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• St.

Woordherkomst en -opbouw

• [zelfstandig naamwoord] (afkorting) stichting
• [bijvoeglijk naamwoord] (afkorting) Sint

Eigennaam

St.

1. Stichting (als deel van een afgekorte naam, daarom gespeld met hoofdletter)

Bijvoeglijk naamwoord

St.

1. Heilige (als deel van de naam van een heilige gespeld met een hoofdletter, hoort gelet op spellingregel 6.I (4) te worden gevolgd door een koppelteken)

   • Omdat St.-Nicolaas beschermheilige van de kooplieden was, zijn er in veel havensteden kerken aan hem gewijd. 

Gangbaarheid

• Het woord 'St.' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Duits

Woordherkomst en -opbouw

• [zelfstandig naamwoord 1] (afkorting) Stunde
• [zelfstandig naamwoord 2] (afkorting) Stadt
• [zelfstandig naamwoord 3] (afkorting) Stück
• [zelfstandig naamwoord 4] (afkorting) Stamm
• [bijvoeglijk naamwoord 1] (afkorting) Sankt

Zelfstandig naamwoord

St.

1. uur
2. stad
3. stuk, stuks
4. stam

Bijvoeglijk naamwoord

St.

1. Heilige

Engels

Woordherkomst en -opbouw

• [zelfstandig naamwoord] (afkorting) Street
• [bijvoeglijk naamwoord] (afkorting) Saint

Zelfstandig naamwoord

St.

1. straat, -straat (als deel van straatnamen met hoofdletter gespeld)

Bijvoeglijk naamwoord

St.

1. Heilige

Frans

Woordherkomst en -opbouw

• (afkorting) saint

Bijvoeglijk naamwoord

St.

1. (verouderd) Heilige

Synoniemen

• St

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

• (afkorting) Sanctus

Bijvoeglijk naamwoord

St.

1. Heilige