afkorting: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ejhoekstra (overleg | bijdragen)
wijz +cat
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6: Regel 6:
*af·kor·ting
*af·kor·ting
{{-etym-}}
{{-etym-}}
*Samenstelling van [[korting]] {{pref|af-}}
*Samenstelling van [[korting]] {{pref|af-}}.
{{-nlnoun-|{{pn}}|{{pn}}en|afkortinkje|afkortinkjes}}
{{-nlnoun-|{{pn}}|{{pn}}en|afkortinkje|afkortinkjes}}
{{-noun-}}
{{-noun-}}

Versie van 20 feb 2009 05:47

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·kor·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van korting met het voorvoegsel af-.
enkelvoud meervoud
naamwoord afkorting afkortingen
verkleinwoord afkortinkje afkortinkjes

Zelfstandig naamwoord

afkorting v

  1. (taalkunde) algemeen: het inkorten van een woord of een frase.
    Hij schreef dat woord op als een afkorting.
  2. (taalkunde) in het bijzonder: een aanduiding van een woord of een woordgroep door een beperkt aantal letters, dat als het gehele woord of woordgroep wordt uitgesproken.
    Ir. is de afkorting voor ingenieur en n.a.v. is de afkorting voor naar aanleiding van
Vertalingen

Meer informatie