aanbevelen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bewerkt
AnnabelsBot (overleg | bijdragen)
k diverse
Regel 24: Regel 24:
*{{dan}}: {{trad|da|anbefale}}
*{{dan}}: {{trad|da|anbefale}}
*{{deu}}: {{trad|de|empfehlen}}
*{{deu}}: {{trad|de|empfehlen}}
{{trans-mid}}
*{{eng}}: {{trad|en|recommend}}
*{{eng}}: {{trad|en|recommend}}
{{trans-mid}}
*{{spa}}: {{trad|es|aconsejar}}, {{trad|es|recomendar}}, {{trad|es|encomendar}}
*{{spa}}: {{trad|es|aconsejar}}, {{trad|es|recomendar}}, {{trad|es|encomendar}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{trans-top|2. aanprijzen}}
{{trans-top|2. aanprijzen}}
*{{eng}}: {{trad|en|anpreisen}}
*{{eng}}: {{trad|en|anpreisen}}, {{trad|en|recommend}}
*{{eng}}: {{trad|en|recommend}}
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
*{{spa}}: {{trad|es|aconsejar}}, {{trad|es|recomendar}}
*{{spa}}: {{trad|es|aconsejar}}, {{trad|es|recomendar}}

Versie van 16 aug 2012 18:44

Nederlands

Uitspraak
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbevelen
beval aan
aanbevolen
klasse 4 volledig
Woordafbreking
  • aan·be·ve·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nederlandse werkwoord bevelen met het voorvoegsel aan- en met het voorvoegsel be-.

Werkwoord

aanbevelen

  1. overgankelijk over iets of iemand bij iemand (positief) vertellen en adviseren om datgene/diegene te gebruiken/in te schakelen
    • iemand bij een ander aanbevelen 
  2. overgankelijk aanprijzen
    • een auto aanbevelen 
  3. (verouderd) toevertrouwen
Synoniemen
  • [1]: recommanderen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: zich aanbevolen houden voor
belangstelling en interesse hebben voor
  • [3]: iemand een geheim aanbevelen
Vertalingen